Vetdiarree (Steatorroe of Steatorrhoea) kan een op zichzelf staande klacht zijn of voorkomen bij een andere aandoening van het maag-darmkanaal. In het eerste geval wordt het idiopathische vetdiarree genoemd. Dat wil zeggen dat er geen aanwijsbare oorzaak voor is en dat het gaat om een op zichzelf staande klacht.
Hoe herken ik het?
Vetdiarree is een vettige en dunne ontlasting. Bij vetdiarree zitten er meer vetten in de ontlasting dan normaal. Vaak blijft deze ontlasting drijven in de toiletpot en/of plakken aan de randen van de toiletpot. De ontlasting stinkt meer dan normaal en is wat licht gekleurd.
Oorzaken
Vetdiarree kan ontstaan wanneer de vertering van vetten verstoord is. Voor de vetvertering zijn galvloeistof en alvleeskliersappen nodig. Galvloeistof wordt door de lever geproduceerd en via de galwegen naar de dunne darm getransporteerd. Alvleeskliersap wordt in de alvleesklier geproduceerd en ook naar de dunne darm getransporteerd. Wanneer de vetvertering verstoord is, kan dit veroorzaakt worden door een tekort aan galvloeistof of alvleeskliersap. Dit kan het gevolg zijn van een aandoening aan de lever, galwegen of alvleesklier (pancreas).
Vetdiarree kan ook het gevolg zijn van een verstoorde opname van vet door de dunne darmwand. Deze opname kan verstoord zijn als de dunne darmwand beschadigd is door een darmaandoening zoals de ziekte van Crohn of coeliakie (glutenintolerantie). Een verstoorde opname van voedingsstoffen wordt ook wel malabsorptie genoemd. Wanneer iemand last heeft van malabsorptie is er naast vetdiarree ook sprake van onverklaarbaar gewichtsverlies en een tekort aan voedingsstoffen ondanks een gezond dieet.
Bij een versnelde darmpassage kan een vettige ontlasting ontstaan. Er zijn verschillende factoren van invloed op de snelheid waarmee voedsel de darm passeert. Onder invloed van stress, een verstoorde darmflora of een darmaandoening (bijvoorbeeld lactose-intolerantie) kan de darmpassage versnellen.
Wanneer een behoorlijk deel van de dunne darm verwijderd is, kan vet ook minder goed worden opgenomen. De dunne darm is ongeveer vijf meter lang en in de meeste gevallen ontstaan er weinig tot geen klachten als een deel van de dunne darm tijdens een operatie verwijderd wordt. Wanneer slechts 50 tot 100 cm dunne darm overblijft, kunnen klachten ontstaan doordat voedingsstoffen minder goed worden opgenomen. Een dunne darm die zoveel is ingekort wordt een ‘short bowel’genoemd.
Diagnose van vetdiarree
Door middel van laboratoriumonderzoek van de ontlasting kan het vetgehalte in de ontlasting gemeten worden. Wanneer de ontlasting van meerdere dagen een hoger vetgehalte dan normaal bevat, is er sprake van vetdiarree. Afhankelijk van eventuele andere klachten zal de huisarts bloedonderzoek doen en/of je doorverwijzen voor verder onderzoek.
Als je naast vetdiarree ook last hebt van onverklaarbaar gewichtsverlies en vermoeidheid (ondanks een gezond dieet), dan zal de huisarts aan malabsorptie denken. Malabsorptie is een verstoorde opname van voedingsstoffen waardoor tekorten ontstaan en op den duur vermoeidheid. Door middel van bloedonderzoek naar verschillende vitamines en voedingsstoffen kan malabsorptie aangetoond worden. Vervolgens zal verder onderzoek van de dunne darm moeten aantonen waarom er sprake is van malabsorptie.
Hoe gaat het verder?
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Wanneer een aandoening aan de dunne darm de oorzaak is, zal deze behandeld moeten worden. Hetzelfde geldt voor galstenen of een aandoening aan de lever, galwegen of alvleesklier.
In sommige gevallen is het raadzaam om de inname van vet te beperken. Dit is afhankelijk van de oorzaak van de klachten. Als gevolg van de vetdiarree kun je een tekort krijgen aan calcium en de in vet oplosbare vitamines (A, D, E en K). Deze vitamines kunnen niet goed meer opgenomen worden doordat vet niet goed verteerd wordt. Een diëtist kan uitgebreid voedingsadvies geven dat aansluit bij een bepaalde diagnose.
Wat kan ik doen?
Tips en adviezen bij vetdiarree
Zorg voor een gezond, gevarieerd en vezelrijk dieet
Wanneer de vetdiarree aan blijft houden, ondanks een gezonde voeding, is het verstandig om naar je huisarts te gaan.
Praat met de huisarts
Wanneer je behalve vetdiarree ook last hebt van andere klachten, raden wij je in ieder geval aan om contact op te nemen met de huisarts.
Deze informatie is geschreven door de Maag Lever Darm Stichting
In samenwerking met: Drs. Jeroen Jansen, MDL-arts
Dr. Alfons Geraedts, MDL-arts
Dr. Rob Ouwendijk, MDL-arts
Dr. Mark van Berge Henegouwen, GI-chirurg
Dr. Christianne Buskens, GI-chirurg
Laatst herzien: 2013
Heeft deze informatie je geholpen?
Wij willen je zo goed, betrouwbaar en compleet mogelijk informeren over spijsverteringsziekten en -klachten. Voor het actualiseren van deze website en onderzoek naar spijsverteringsziekten is de Maag Lever Darm Stichting volledig afhankelijk van donateurs.