Wat is het?
Bij deze operatie maakt de chirurg vijf kleine gaatjes in de buikwand. Via een sneetje wordt CO2-gas ingeblazen. Dit gas is onschadelijk en wordt door uw lichaam weer uitgescheiden. Het zorgt ervoor dat uw buikwand van de interne organen wordt gescheiden. Zo heeft de chirurg voldoende ruimte en zicht om de operatie uit te voeren. Door de gaatjes brengt de chirurg verschillende instrumenten naar binnen om de operatie uit te voeren. Op een beeldscherm kan de chirurg zijn eigen handelingen volgen. Een voordeel van deze methode ten opzichte van de ‘klassieke’ operatie is dat de opnameduur en de herstelperiode vaak korter is, doordat de wond veel kleiner is.
Klassieke operatie
Bij deze operatie maakt de chirurg een snee in de buik. Dit betekent meestal een langere ziekenhuisopname, een groter litteken en een herstelperiode van 6 weken tot 3 maanden. Dit is uiteraard afhankelijk van de persoonlijke situatie van de patiënt. Meestal wordt deze methode alleen uitgevoerd, indien een kijkoperatie niet mogelijk is. Dit kan het geval zijn wanneer je al eerder een buikoperatie hebt gehad. Hierdoor ontstaat namelijk littekenweefsel en dat maakt een kijkoperatie moeilijker.
Na de operatie
Als de operatie klaar is, word je naar de uitslaapkamer gebracht. Hier kun je rustig wakker worden en worden jouw vitale functies, zoals hartslag en bloeddruk, in de gaten gehouden. Als je goed wakker bent, ga je naar de verpleegafdeling. Je hebt een infuus, een maaghevel (sonde via de neus om maagsappen te laten aflopen) en een blaaskatheter voor de afvoer van urine.
Je zult eerst rustig aan beginnen met drinken en vloeibare voeding. Na een aantal dagen mag je weer wat eten. Na enige dagen wordt er een slikfoto gemaakt met contrastvloeistof. Hierop kan de arts zien hoe de situatie na de operatie is.
Complicaties
Elke operatie heeft risico’s. De kans is echter klein en de chirurg zal voor de operatie de mogelijke complicaties met jou bespreken. Complicaties zorgen altijd voor een langer herstel.
Algemene complicaties na elke operatie zijn:
- nabloeding
- (wond)infectie of ontsteking
- longontsteking
- trombose: er kunnen kleine stolsels in de bloedvaten ontstaan. Op deze plek is de doorbloeding dan verminderd. Ook kunnen ze door het lichaam gaan zwerven en ergens vast komen te zitten, bijvoorbeeld in de longen. Dit heet een longembolie.
Na deze operatie kunnen zich de volgende specifieke complicaties voordoen:
- nabloeding uit de milt; het gevolg kan zijn dat de milt verwijderd moet worden.
- maagperforatie; dit is een gaatje in de maagwand, waardoor maagsappen de buikholte in kunnen komen.
- zenuwbeschadiging; beschadiging van de zenuwentakken die langs de slokdarm en maagovergang lopen (nervus vagus takken). Hierdoor kunnen (tijdelijk) problemen ontstaan bij de maag-darmpassage en kan diarree optreden.
Deze complicaties zijn heel zeldzaam. Jouw chirurg zal de mogelijke complicaties van tevoren met je bespreken. Vragen over complicaties kunt je het beste aan de chirurg stellen.
Raadpleeg een arts
Waarschuw een arts bij:
- aanhoudende koorts van meer dan 38ºC
- aanhoudende misselijkheid of overgeven
- blijvende verergering van pijn
- verandering van het litteken (rode verkleuring, opzwellen of lekken)
Colofon
Deze informatie is geschreven door de Maag Lever Darm Stichting.
In samenwerking met:
Drs. Jeroen Jansen, MDL-arts
Dr. Alfons Geraedts, MDL-arts
Dr. Rob Ouwendijk, MDL-arts
Dr. Mark van Berge Henegouwen, GI-chirurg
Dr. Christianne Buskens, GI-chirurg
Joan Rentzing, diëtiste en voedingsdeskundige
Laatst herzien:
2013
Wij willen je zo goed, betrouwbaar en compleet mogelijk informeren over spijsverteringsziekten en -klachten. Voor het actualiseren van deze website en onderzoek naar spijsverteringsziekten is de Maag Lever Darm Stichting volledig afhankelijk van donateurs.