Toekenningen onderzoek slimme en snelle diagnostiek

6 februari 2019

950.000 euro voor zeven onderzoeken voor slimme en snelle diagnostiek

De Maag Lever Darm Stichting vindt het belangrijk dat ziekten zo goed en zo vroeg mogelijk worden opgespoord en goed kunnen worden behandeld. Met dank aan onze donateurs hebben twaalf teams van onderzoekers eind 2018 geld gekregen. 950.000 voor slimme en snelle diagnostiek & ruim 1 miljoen voor onderzoek naar spijsverteringskankers. Hiermee starten de onderzoekers dit jaar waardevolle onderzoeken. Dit artikel gaat over snelle en slimme vroegdiagnostiek.

naar het artikel over het onderzoek naar spijsverteringskankers

Dr. Richard ten Broek - Radboudumc

Na een buikoperatie ontwikkelen veel patiënten ernstige buikpijn. Dr. Richard ten Broek: “Dit is een onderbelicht probleem. Na een jaar heeft zo’n 10% van de patiënten nog steeds buikpijn. De oorzaak daarvan is vaak inwendig littekenweefsel, ook wel verklevingen genoemd. Helaas is het lastig om deze diagnose te stellen, omdat verklevingen nog niet goed in beeld kunnen worden gebracht. Wij willen een innovatieve tool ontwikkelen die deze verklevingen in beeld brengt, zodat we de diagnose goed en snel kunnen stellen.” Een nieuwe operatie kan de verklevingen en pijn verhelpen. Dan moet de arts van tevoren wel weten óf een patiënt verklevingen heeft en waar die verklevingen zich bevinden.

Meer over het onderzoek

Een operatie met als doel verklevingen te verhelpen doet soms meer kwaad dan goed. Bijvoorbeeld als verklevingen niet de oorzaak zijn van de buikpijn van een patiënt. Of als de arts tijdens de operatie verklevingen moet opzoeken op verschillende plaatsen in de buik. Tijdens zo’n uitgebreide operatie ontstaat nieuwe schade in de buik. Dr. ten Broek: “CineMRI is een nieuwe vorm van een MRI scan waarmee we de aanwezigheid en locatie van verklevingen kunnen vaststellen. De beoordeling van cineMRI beelden kost echter veel tijd en vereist veel deskundigheid. Wij willen kunstmatige intelligentie inzetten om cineMRI beelden te beoordelen.” Dit houdt in dat een computerprogramma de beelden beoordeelt en aangeeft of er verklevingen aanwezig zijn. Op basis daarvan kan een arts precies weten of en waar hij moet opereren.

Prof. Marja Boermeester en drs. Wouter Bom - Amsterdam UMC, AMC

In Nederland worden ruim 16.000 mensen per jaar geopereerd aan een blindedarmontsteking. Er bestaan twee vormen van blindedarmontsteking: een milde en een ernstige vorm. Nu wordt bij alle patiënten de blinde darm operatief verwijderd. Patiënten met de milde vorm hebben echter waarschijnlijk geen operatie nodig. Maar nu is het helaas nog niet mogelijk om vóór de operatie betrouwbaar te bepalen welke vorm van blindedarmontsteking een patiënt heeft. Prof. Marja Boermeester en drs. Wouter Bom gaan bij ongeveer 700 patiënten uit verschillende ziekenhuizen een scoringsmodel testen, waarmee ze onderscheid kunnen maken tussen de twee vormen blindedarmontsteking. De verwachting is dat patiënten in de nabije toekomst op basis van dit scoringsmodel een passender behandeling kunnen krijgen.

Meer over het onderzoek

Patiënten met een milde vorm van blindedarmontsteking kunnen waarschijnlijk genezen met alleen antibiotica, in plaats van een operatie. Patiënten met een ernstige blindedarmontsteking moeten juist snel een operatie ondergaan. Het scoringsmodel dat prof. Boermeester en drs. Bom gaan testen, combineert de uitslagen van verschillende onderzoeken. Dit zijn onder andere laboratorium- en beeldvormend onderzoek. Artsen kunnen hiermee een score berekenen en zo bepalen of een patiënt milde of ernstige blindedarmontsteking heeft. Dit kan sommige patiënten een operatie besparen en andere patiënten zullen juist sneller geopereerd worden.

Dr. Hjalmar van Santvoort en drs. Fons van den Berg - UMC Utrecht / St. Antonius Ziekenhuis

Het microbioom (de verzameling van bacteriën) in de darmen heeft grote invloed op de gezondheid. Dr. Hjalmar van Santvoort en drs. Fons van den Berg onderzoeken wat het effect van het microbioom is op acute alvleesklierontsteking (pancreatitis). Dit doen ze in samenwerking met de Pancreatitis Werkgroep Nederland. Ongeveer 20% van de patiënten met acute alvleesklierontsteking krijgt ernstige complicaties. Waarschijnlijk speelt een verstoord microbioom een rol bij het ontstaan van deze complicaties. De onderzoekers gaan het microbioom vergelijken van patiënten met een mild versus een ernstig beloop van acute alvleesklierontsteking. Ze hopen met deze informatie een test te ontwikkelen waarmee artsen het beloop van de ziekte kunnen voorspellen. Op basis van zo’n test zouden patiënten al in een vroeg stadium de juiste behandeling kunnen krijgen.

Meer over het onderzoek

Het is nu niet mogelijk om te voorspellen welke patiënten met acute alvleesklierontsteking complicaties krijgen. De onderzoekers willen bij ongeveer 250 patiënten meten welke bacteriën aanwezig zijn in ontlasting. Daarmee kunnen ze de samenstelling van het microbioom bepalen. Dit helpt hopelijk in het voorspellen van het beloop van de ontsteking. Op basis daarvan kan de behandeling aangepast worden. Een mogelijke behandeling voor patiënten met een ernstig beloop is een poeptransplantatie, omdat dit de samenstelling van hun microbioom kan beïnvloeden. Als artsen het beloop kunnen voorspellen, kunnen deze patiënten in de toekomst mogelijk in een vroeg stadium een poeptransplantatie of andere nieuwe behandeling krijgen. Hopelijk leidt dit tot een minder ernstig beloop van de alvleesklierontsteking.

Dr. Manon Spaander en drs. Stella Nieuwenburg - Erasmus MC

Dr. Manon Spaander en drs. Stella Nieuwenburg willen de diagnose van besmetting met de maagbacterie Helycobacter pylori verbeteren. 1/3e van de Nederlandse bevolking is besmet met deze maagbacterie. Bij veel mensen geeft dit geen klachten, maar soms ontstaat een langdurige ontsteking van het maagslijmvlies. Deze ontsteking geeft een licht verhoogd risico op maagkanker. Het is dus belangrijk dat de besmetting bij deze mensen zo goed mogelijk gediagnosticeerd wordt. Zij kunnen dan een behandeling krijgen, zodat het risico op maagkanker afneemt. De onderzoekers gaan de betrouwbaarheid en het gebruiksgemak van een ademtest, bloedtest en twee ontlastingstesten vergelijken. Op basis van de resultaten zullen de onderzoekers aanbevelingen doen aan artsen, welke test ze het beste kunnen gebruiken.

Meer over het onderzoek

Drie van de testen die de onderzoekers vergelijken, gebruiken artsen al om besmetting met de maagbacterie vast te stellen. Eén ontlastingstest is nieuw. Op dit moment gebruiken niet alle artsen dezelfde test om besmetting met Helycobacter pylori vast te stellen. Dit heeft ermee te maken dat de verschillende testen elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Zo zijn er verschillen in betrouwbaarheid, maar ook in gebruiksgemak voor de patiënt. In totaal doen bijna 200 mensen aan het onderzoek mee. Dr. Spaander en drs. Nieuwenburg voeren bij al deze mensen de vier testen uit. Ze vergelijken vervolgens de betrouwbaarheid van de testen én de ervaringen van de patiënten.

Dr. Hetty Bontkes - Amsterdam UMC – VUmc

‘Een grote groep mensen ervaart klachten bij het eten van gluten.’ Bij een deel van hen komt dit door een reactie van het immuunsysteem tegen gluten. Deze mensen hebben een glutenintolerantie, ook wel coeliakie genoemd. Bij een ander deel is coeliakie niet de onderliggende oorzaak. Vaak starten mensen die last hebben van het eten van gluten een glutenvrij dieet en daarmee verdwijnen de klachten. Het is dan niet meer mogelijk om met een laboratoriumtest te bepalen wie coeliakie heeft en wie niet. Daarnaast is er een kleine groep patiënten die aandoeningen aan het immuunsysteem hebben, waardoor de bestaande laboratoriumtesten geen uitsluitsel kunnen geven. Dr. Hetty Bontkes wil een test ontwikkelen die wél onderscheid kan maken tussen coeliakie en andere oorzaken van klachten bij gluten. Hiermee kunnen mensen de juiste behandeling krijgen.

Meer over het onderzoek

Dr. Bontkens gaat onderzoeken of een test die specifieke immuuncellen in het bloed detecteert, kan aangeven welke mensen coeliakie hebben. Het is belangrijk om dit te weten, omdat de vervolgbehandeling voor deze twee groepen anders is. Een glutenvrij dieet is duur en mensen die het volgen hebben risico op een tekort aan vezels en vitamines. Mensen met coeliakie krijgen begeleiding van een diëtist om dit te voorkomen. Mensen die geen coeliakie hebben, kunnen beter geen glutenvrij dieet volgen. Zij kunnen verder onderzoek ondergaan om te zien wat wél de oorzaak is van hun klachten bij het eten van gluten.

Dr. Geert Wanten en zijn team - Radboudumc

In Nederland leven zo’n 400 patiënten met ernstig chronisch darmfalen. Dat betekent dat hun darmen onvoldoende in staat zijn om voeding op te nemen. Daarom krijgen zij voeding via een katheter (infuus) in de bloedbaan. Dr. Geert Wanten: “Katheters zijn voor deze patiënten van levensbelang. Het zijn hun ‘levenslijnen’.” Helaas krijgen deze patiënten regelmatig levensbedreigende infecties van hun katheter en de bloedbaan. Dr. Wanten en zijn team willen een test ontwikkelen die binnen 4 uur duidelijk maakt of er een bloedbaaninfectie is en welke ziekteverwekker die veroorzaakt. Dit is veel sneller dan de huidige methode, die 1 tot 5 dagen nodig heeft. Door de snellere diagnose kunnen patiënten eerder de juiste behandeling krijgen en nemen de ziektelast en kans op overlijden af.gebruiken.

Meer over het onderzoek

Het grote gevaar van infecties van de katheter is dat ziekteverwekkers rechtstreeks in de bloedbaan van patiënten komen. Dit overkomt darmfalen patiënten gemiddeld één keer per 1 tot 5 jaar. Zolang onbekend is welke ziekteverwekker de infectie veroorzaakt, krijgen patiënten niet altijd de juiste behandeling. “Bij sommige ziekteverwekkers moet de katheter zelfs verwijderd worden en dat kan niet onbeperkt gebeuren. In de tussentijd krijgen de patiënten geen voeding via hun katheter, waardoor hun conditie achteruit gaat.” De test die de onderzoekers gaan ontwikkelen, is op basis van erfelijk materiaal (DNA) van de ziekteverwekkers. Bij 125 patiënten willen ze aantonen dat deze test snel en betrouwbaar ziekteverwekkers opspoort. “Dit is een grote stap naar een oplossing voor deze kwetsbare groep patiënten.”

Dr. Jef Verbeek - Maastricht UMC+

Dr. Jef Verbeek gaat een methode onderzoeken waarbij hij een afbraakstof van alcohol, EtG, meet in hoofdhaar, vingernagels en urine. Daarmee kan hij bepalen of mensen in de achterliggende tijd alcohol hebben gebruikt of niet. Dit is onder andere belangrijk voor mensen met levercirrose. Bij deze aandoening komt littekenweefsel in de plaats van gezond leverweefsel, waardoor de lever steeds minder goed functioneert. Er zijn verschillende oorzaken voor levercirrose, alcohol is er daar één van. Dr. Verbeek wil bereiken dat deze patiënten niet onterecht beschuldigd worden van alcoholgebruik. Verder kunnen patiënten met verborgen alcoholgebruik gepaste hulp aangeboden krijgen.

Meer over het onderzoek

Het is belangrijk dat aangetoond kan worden of iemand in de afgelopen tijd alcohol heeft gebruikt. In bloed en adem is alcohol echter slechts enkele uren meetbaar. EtG, een afbraakstof van alcohol, hoopt op in haar, vingernagels en urine. Dr. Verbeek gaat onderzoeken of de hoeveelheid EtG in haar, vingernagels en urine betrouwbaar laat zien of iemand in de vorige dagen en maanden alcohol gebruikt heeft. Hoofdhaar groeit bijvoorbeeld ongeveer 1 centimeter per maand. Door de concentratie van EtG te meten in hoofdhaar, wordt er als het ware een alcoholtijdslijn gecreëerd. Zo kan bepaald worden of iemand in de voorgaande maanden al dan niet alcohol heeft gebruikt.

Hoe zijn de onderzoeken geselecteerd?

In de eerste maanden van 2018 hebben 22 teams van (arts-)onderzoekers een kort voorstel ingediend. Tien (arts-)onderzoekers mochten vervolgens een uitgebreid onderzoeksvoorstel indienen.
Deze tien voorstellen zijn beoordeeld door ervaringsdeskundigen, buitenlandse experts en de Wetenschappelijke Adviescommissie “Slimme en Snelle Diagnostiek” van de MLDS. Hierin zitten Nederlandse deskundigen uit het medische veld op het gebied van maag-, lever- en darmziekten. De hierboven genoemde zeven onderzoeken zijn als beste uit de bus gekomen en starten in de loop van dit jaar.

ANBI logo CBF logo Privacy Waarborg logo ANBI/RSIN nr: 007247849
Doneer
Fiets mee van Mond tot Kont
250 km fietsen voor de spijsvertering. Doe je mee?
Schrijf je in