Spreekbeurt over de spijsvertering

Kauwen doen we in onze mond. Belangrijk, want daarmee wordt het eten smeuïg en makkelijker verteerbaar. Per dag maak je 1 liter speeksel aan. Dat is net zo veel als een pak melk. Je bent je er niet altijd van bewust, maar je kan heel makkelijk merken dat je speeksel aanmaakt. Neem een nootje of een stukje appel, kijk ernaar en ruik eraan en voel eens wat er in je mond gebeurt.

Wist je trouwens dat je speeksel zich aanpast aan wat je eet. Is het eten bijvoorbeeld scherp of bitter? Dan wordt je speeksel wateriger. En bij taai of hard eten wordt het speeksel slijmerig.

Na de mond en de slokdarm komt voedsel in onze maag terecht. En je maag, dat is een behoorlijke krachtpatser. De maag is gevuld met zoutzuur en kneedt je voedsel nog meer fijn, waardoor het verder in je lichaam kan reizen. De maag heeft standaard de inhoud van een halve liter, maar kan zich uitrekken tot vier liter. Laat het verschil maar eens zien met twee waterballonnen!

Na de maag komt je voedsel in de dunne darm. In de dunne darm neemt je lichaam voedingsstoffen op. Die voedingsstoffen zijn als het ware bouwsteentjes voor je lichaam. De dunne darm is dus eigenlijk een soort zuigend oppervlak dat voedingsstoffen uit je voeding haalt.

Om zo veel mogelijk voedingsstoffen op te nemen, heeft de dunne darm veel oppervlakte nodig. Hij is niet alleen 5-6 meter lang, maar bestaat van binnenuit allerlei vlokken (uitstulpingen) met daarop nog meer vlokken. Als je de dunne darm helemaal plat op de grond zou leggen, dan is deze net zo groot als een tennisveld!

Ons lichaam moet wat extra hard werken om vet goed te kunnen verteren. Vet kan niet zomaar worden opgenomen. Eerst moet het goed vermeng worden met water. Je lever maakt gal, en dat wordt opgeslagen in de galblaas. Je kan heel goed laten zien wat gal is door het zelf na te maken.

Dit heb je nodig:

• twee glazen water
• olijfolie
• zeep (afwasmiddel of handzeep)

Zo pak je het aan:

1. vul de glazen water met een beetje olie
2. vul één glas met zeep
3. kijk goed naar de glazen: in het glas zonder zeep zie dat het vet (de olie) boven blijft drijven. In het glas met zeep zie je dat het vermengd wordt.

Je lichaam maakt gal aan (de zeep) zodat je vet goed vermengd wordt.

Na de dunne darm kom je bij het laatste stuk van je spijsvertering: de dikke darm. Het voedsel dat de dunne darm niet heeft kunnen verteren kom in de dikke darm terecht. Daar wordt nog vocht uit het restant van het voedsel gehaald. Zo ontstaat poep. Maar dat is niet het enige. In de darmwand zitten biljoenen kleine beestjes die leven van de voedingsresten. De beestjes heten microben en hebben een hele belangrijke taak: ze zorgen dat je darmwand gezond blijft en trainen je afweersysteem.

Zo houden ze je lichaam sterk en beschermen ze je tegen ziekten. Als je al deze beestjes samen op een weegschaal legt is het gewicht ongeveer 1,5 kilo. Dat is net zo veel als een groot pak melk.

Belangrijk voor je gezondheid
De darmbacteriën spelen een hele belangrijke rol bij je afweersysteem: het systeem in ons lichaam dat ons helpt om te vechten tegen virussen, zoals bijvoorbeeld het coronavirus.